Blogs / Actueel
Blog 1/2/23: Vrouwelijke uitvinder

Mannen worden eerder gerelateerd aan techniek, installaties en innovaties dan vrouwen. Maar wie ontwierp het eerste huis op zonne-energie? Dat was een vrouw: Mária Telkes! Mária Telkes was een Hongaars–Amerikaanse onderzoekster, gespecialiseerd in technologieën op zonne-energie. Ze werd bekend met de ontwikkeling van de eerste thermo-elektrische stroomgenerator in 1947. En zij ontwierp in de jaren '40 het eerste huis op zonne-energie! Wikipedia geeft alle informatie over Mária. Zij behaalde haar Ph.D. in analytische scheikunde in Hongarije en vertrok in 1925 naar de VS om aan het Massachusetts Institute of Technology te werken.Mária ontwikkelde verschillende systemen met energie, waaronder de eerste thermo-elektrische stroomgenerator in 1947, de eerste thermo-elektrische koelkast in 1953, een ontzouttoestel op zonne-energie voor gebruik op reddingssloepen en een zonneoven. In de jaren 70 verhuisde ze naar Texas en richtte een aantal firma's op rond zonne-energie.
In 1952 kreeg Mária Telkes als eerste vrouwelijke ingenieur een onderscheiding. Deze ontving zij voor haar onderzoek en haar bijdrage aan zonnetechnologie. Distilleervat: Mária Telkes ontwierp een plastic ballon om zeewater om te zetten in drinkwater. Deze uitvinding werd meegenomen op reddingsboten van de Amerikaanse Marine en redde het leven van vele zeelieden. De uitvinding wordt ook gebruikt in ontwikkelingslanden en op plekken waar drinkwater schaars is. In 1945 beloonde het OSRD (Office of Scientific Research and Development) haar met een certificaat voor haar uitvinding. Zonneoven: in opdracht van het Ford Foundation ontwierp Mária Telkes een oven op zonne-energie. De oven kan tot 220 graden Celsius heet worden. Deze oven kan op plekken worden gebruikt waar geen elektriciteit beschikbaar is.Wist jij van het bestaan van Mária Telkes?
Blog 14/12/22: Vrouwen en techniek

Het aantal vrouwen dat in de techniek werkt, is nog altijd veel te laag. Maar ze zijn niet alleen: de community ‘Techniekvrouwen.nl’ spant zich in voor vrouwen in de techniek. Het aandeel van vrouwen in technische beroepen ligt nog onder de 15% en dit is niet in balans, stellen de makers van Techniekvrouwen.nl. Daarom is er dit platform, met honderden vrouwen die in de technische branche werkzaam zijn en die zich willen inspannen om anderen meer te vertellen over de prachtige mogelijkheden in de techniekbranche. Zo komt Willy Hofstra aan het woord. Zij is moeder van een tienerdochter en werkte voorheen als kapster. Via een omscholingstraject van de gemeente kwam zij in contact met een lasser. Hoewel zij het lassen in eerste instantie niks vond, ging Willy mee in zijn enthousiaste verhalen en besloot zij alsnog de lasopleiding te gaan volgen. Nu zij werkzaam in een team is, zorgt zij ervoor dat de onderdelen van bijvoorbeeld een schip aan elkaar worden gelast. “Tussendoor is er tijd voor een praatje en koffie, zodat ik mijn collega’s leer kennen. Ik heb gekozen om aluminium te lassen. Dit is een moeilijk product, omdat het snel krom trekt en het is juist de kunst om het recht te houden. Hiervoor moet je secuur te werk gaan en dat vind ik echt tof als ik zie dat ik weer een mooi resultaat heb afgeleverd.” Vrouwen in de Techniek opereert volgens vier waarden:
Blog 28/11/22: Krijtstreep

Als je een huis koopt, wil je lekker veel daglicht in je kamers, want daar word je blij van en het scheelt energie. Bouwers kunnen soms niet voldoen aan de normen voor daglicht en passen een slimme truc toe: de krijtstreepmethode. Een modern huis bevat tegenwoordig veel installaties en intelligentie om energie te besparen. Veel ramen voor een goede daglichttoetreding (zonnewarmte) helpen ook bij die besparing. Bouwers moeten zich bij het bouwen houden aan normen die in het Bouwbesluit zijn vastgelegd. Daarin staat o.a. wat de minimum eisen voor de hoeveelheid daglicht in een verblijfsruimte zijn. Op basis van het Bouwbesluit (NEN 2057) dient een verblijfsgebied (in een woning) “een equivalente daglichtoppervlakte te hebben van minimaal 10% van de vloeroppervlakte van dat verblijfsgebied”. In de NEN 2057 staat hoe deze equivalente daglichtoppervlakte wordt berekend. Er is ook al een nieuwe Europese norm: de NEN-EN 17037, maar daar verwijst het huidige Bouwbesluit nog niet naar. Desondanks lukt het in de praktijk niet altijd om aan deze eisen te voldoen. In dat geval kan de ‘krijtstreepmethode’ voor een bouwer uitkomst bieden. Dit betekent simpelweg dat de bouwer slechts een deel van de verblijfsgebied daadwerkelijk als verblijfsgebied aanmerkt. Het weggestreepte deel (dat daardoor geen verblijfsgebied is) hoeft hierdoor ook niet aan de strikte normen voor een verblijfsgebied uit het Bouwbesluit te voldoen. Zo kan de bouwer makkelijker voldoen aan de Bouwbesluiteisen met betrekking tot daglichttoetreding. Maar door deze ‘truc’ bestaat het risico dat een slaapkamer of woonkamer aanzienlijk donkerder uitpakt dan een koper vooraf had verwacht. Want het valt te betwijfelen of de gemiddelde consument de betekenis van deze ‘‘krijtstreepmethode’’ (arcering in de tekening) zonder nadere uitleg (her)kent. Het uitgangspunt moet zijn dat een woning voldoende raampartijen, lichtkoepels en dakramen overeenkomstig de eisen uit het Bouwbesluit krijgt. Alleen als dat echt niet mogelijk is, kan de bouwer de “krijtstreepmethode” toepassen en moet hij dat expliciet vermelden in bijvoorbeeld de Technische Omschrijving (schriftelijke stukken) en op de verkooptekeningen. Het is verstandig om in deze stukken uit te leggen wat deze methode concreet voor een koper betekent. Indien een bouwer dit niet doet, zou een koper dit aan Woningborg moeten kunnen melden. Bovendien bestaat het risico dat de bouwer hierdoor toerekenbaar tekortschiet in de nakoming van zijn verplichtingen. Dit is te voorkomen door goed en duidelijk te communiceren met de koper: vermeld in de schriftelijke stukken en op de verkooptekening dat de ‘krijstreepmethode’ is toegepast. Dat voorkomt veel gedoe.
Blog 15/11/22: Sociale innovatie

Mijn posts bevatten vaak mooie voorbeelden van technische innovaties in de installatiebranche. Wist je dat deze branche ook heel veel tijd, geld en energie in ‘sociale innovatie’ steekt? Bij het woord innovatie denk je waarschijnlijk aan technische innovatie: slimme apparatuur, duurzame en zuinige toepassingen, bijvoorbeeld. Maar vergaande en belangrijke “ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld automatisering, duurzame energie, verstedelijking en ICT in de woonomgeving hebben naar verwachting ingrijpende gevolgen” voor werken, wonen en leven, staat op TechniekNederland.nl. Deze ontwikkelingen hebben invloed op hoe er binnen installatiebedrijven gewerkt moet gaan worden. Naast nieuwe innovatieve technologische kennis is ook sociale innovatie nodig: innovatieve manieren van organiseren, managen en (samen)werken. Dit is nodig om het innovatie- en concurrentievermogen te bevorderen. Op verzoek van Techniek Nederland heeft het Erasmus Centre for Business Innovation van de Erasmus Universiteit Rotterdam een inventarisatie van sociale innovatie bij verschillende installatiebedrijven gemaakt. Zo is er bij bedrijven sprake van vernieuwende manieren van leiderschap, waarbij het topmanagement meer ruimte en aandacht heeft voor de ontwikkeling van de talenten en competenties van medewerkers, in plaats van louter alles te willen controleren en te besturen. Een dergelijke omslag vraagt wel om sturing op basis van vertrouwen en resultaat (in plaats van sturing op het proces). Een dergelijke omslag naar meer ruimte voor medewerkers vraagt eveneens om andere rollen van het midden en lagere management. Er wordt dan een sterker accent gelegd op coachend leiderschap of managementtaken worden zelfs in het team geïntegreerd. Uit het onderzoek kwamen ook verschillende nieuwe interessante organisatievormen naar voren, zoals ‘ondernemende klantteams’: elk team is gericht op het gehele traject van levering voor een bepaalde klantgroep. Een andere ontwikkeling zijn zogenaamde thematische kraamkamers. Hierbij worden mensen vrijgesteld om te werken aan bepaalde nieuwe ontwikkelingen. Via brain tanks worden kennis, kunde en data-analyse gecombineerd om nieuwe oplossingen te bedenken. De monteur zelf moet slimmer gaan werken en kennis delen. Er wordt met taaksegmentatie gewerkt, waarbij er een opsplitsing is tussen kennisintensieve en kennisarme activiteiten. Denk ook aan taakverrijking, waarbij de monteur de leads aandraagt. Denk aan taakherziening. Het gehele rapport is te vinden op Technieknederland.nl, “Sociale innovatie in de installatiebranche”
Gun jezelf het werk dat je echt wilt! Bureau OpAan helpt je met persoonlijke en oprechte aandacht aan een nieuwe functie.Schrijf je in!
Blog 30/9/22: Warmtenet

Warmtepomp, warmtenet, verwarming, kierdichting... Bedrijven en particulieren worden steeds vaker geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen. Weet je wat een ZLT-warmtenet is? Warmtenetten werden en worden vooral gebouwd vanuit het principe dat (zeer) warm water voldoende is om te verwarmen. Water wordt ergens verwarmd, door een leiding vervoerd en vervolgens gebruikt om te verwarmen. Het lijkt zo simpel. Door de ontwikkelingen op het gebied van verwarmen en koelen, zien we nu dat systemen aan elkaar gekoppeld worden. Zo zijn er ‘warmtenetten’ ontwikkeld voor slechts één rijtje woningen, die gebruik maken van één warmtebron. Maar ook kun je warmte vanaf je dak gebruiken om je Water/Water-warmtepomp te voeden en te verwarmen. Je ziet dat de grens tussen collectieve en individuele warmteverwerking vervaagt. De wijze waarop het bronwater wordt verwarmd, verandert. Tegenwoordig is het heel normaal dat onder andere de warmte van de zon (je dak, bijvoorbeeld), de warmte van de aarde en restwarmte voor de verwarming van het warmtenetwater wordt ingezet.
Inmiddels kennen we drie soorten warmtenetten.
-Middentemperatuur warmtenetten, met water met een temperatuur van 55-75 °C.
-Lage temperatuur warmtenetten, met water tussen 30-55 °C.
-Zeer lage temperatuur (ZLT) warmtenetten, met water tussen 10-30 °C.
Een ZLT warmtenet levert als basis water met een temperatuur lager dan 30 °C. Vervolgens krijgt elke aansluiting een eigen W/W-warmtepomp die de temperatuur binnen opwaardeert naar een bruikbare waarde voor de verwarming van het huis of voor de verwarming van sanitair warm water (tapwater). In combinatie met bijvoorbeeld warmtepompen wordt de temperatuur geregeld, waardoor je niet meer spreekt over een warmtenet, maar over een temperatuurnet. ZLT-netten zijn niet alleen goedkoop in aanleg, ze verliezen weinig warmte en je kunt er ook makkelijk mee koelen. Wat vind je van deze ontwikkeling? Zou je een eigen ZLT-warmtenet aanleggen?
Blog 31/8/22: Schroefinjectiepalen

Veel huizen en gebouwen staan op funderingspalen, zoals schroefinjectiepalen. Allerlei nieuwe rekenregels en de discussies daarover hebben nu tot een vierjarig onderzoek door de TU Delft geleid. Een schroefinjectiepaal is een stalen buis die onder injectie van grout de grond in wordt geschroefd en met beton gevuld. De vraag is natuurlijk hoe sterk zo’n paal eigenlijk is en hoe zwaar de belasting kan zijn. Daarvoor zijn 5 jaar geleden nieuwe rekenregels opgesteld, maar die leidden tot heel veel discussies. Want soms moeten er in projecten door die nieuwe regels 30 procent meer palen worden gebruikt of de palen moeten veel langer worden uitgevoerd. “Het ging vroeger toch ook nooit mis,” is de houding van veel twijfelaars in deze markt. Daarom vindt er nu onder leiding van hoogleraar Ken Gavin van de TU Delft een vierjarig onderzoeksproject plaats. Behalve de proefbelastingen op de Maasvlakte en in Delft, vindt er ook lab-onderzoek plaats in de Geocentrifuge van Deltares. Daar wordt fundamenteler onderzoek gedaan naar de eigenschappen van de verschillende paalsystemen. Voor de jongste proevenserie in Delft Zuid heeft All Piles Testing Services een indrukwekkende stapel testblokken naar Delft overgebracht. Zo’n 32 blokken van elk tien ton (!) liggen opgestapeld op een zwaar frame om vervolgens de draagkracht van de palen te testen, die een diameter van vijftig centimeter en een lengte van twintig meter hebben. Een omvangrijke klus die heel wat data oplevert. De onderzoekers hopen over enkele jaren op hun bevindingen te kunnen promoveren. Deze praktijkproef maakt net als de andere onderzoeken deel uit van het TKI-project Ipad. Deltares, de TU Delft, Rijkswaterstaat, Havenbedrijf Rotterdam, NVAF, Fugro en de Gemeente Rotterdam doen daar gezamenlijk onderzoek naar het draagvermogen van paalsystemen in zand (Improved Axial Capacity of Piles in Sand).
Blog 12/7/22: Woningfabrieken

We lezen er steeds meer over: woningfabrieken. Dit zijn fabrieken waar woningen of grote delen daarvan worden gefabriceerd, waardoor sneller en goedkoper kan worden geproduceerd.Een goed voorbeeld is Bouwconcern Heijmans. Dit bedrijf zet volop in op de bouw van gestandaardiseerde houten woningen en heeft IIBO gekocht, de Friese fabriek voor houtskeletbouw van woningen. De bedoeling is dat IIBO (Intelligente Innovatie Bouw Oplossingen) vanaf 2022 zeker 800 tot 1.000 houtskeletbouwwoningen per jaar gaat realiseren. In de opstartfase daarvóór moeten er zo’n 100 woningen de fabriek uitrollen. IIBO werd in 2020 genomineerd voor de Cobouw Innovatie Award en maakte onlangs zijn fabriek energieneutraal door het plaatsen van zonnepanelen op het dak. Heijmans ambieert om in 2030 emissieloos te werken en zegt dat met de aankoop van IIBO ‘de milieuwinst direct meetbaar’ is. Directeur van IIBO, Arie Slingerland, vindt het een “enorme doorbraak” voor de fabriek in Heerenveen, die kan doorgroeien naar een productie van 1.000 woningen per jaar. In Friesland is veel ruimte voor volumineuze industriële bouw en personeel voor het handwerk in de fabriek is makkelijker te werven. “We willen nog uitbreiden met robots en hebben al een gevel- en metselrobotlijn.” De voordelen van industriële houtskeletbouw zijn onder andere dat het hout circulair is met een kleine CO2-voetafdruk, het is licht om te vervoeren, er zijn minder faalkosten mee gemoeid en het kan sneller in productie.
De stap naar houtskeletbouw betekent echter niet het afscheid van betonbouw. Heijmans blijft ook huizen in beton produceren. Het opschalen van de bouwproductie is hard nodig. Volgens nieuwe cijfers over de woningbouw en bevolkingsgroei in Nederland moeten er tot en met 2030 ongeveer 900.000 nieuwe woningen worden gebouwd om het woningtekort in te lopen en voldoende woningen te bieden voor de groeiende bevolking.
Blog 28/6/22: Schoolventilatie

Het is hot nieuws: de ventilatie op scholen. Waren eerst open ramen voldoende, nu beginnen serieuze partijen de luchtkwaliteit te onderzoeken. Eindelijk frisse lucht… dankzij corona! Steeds weer blijkt dat technische installaties op scholen onvoldoende worden onderhouden. Maar een slechte luchtkwaliteit is niet alleen schadelijk voor de gezondheid van leerlingen, het beïnvloedt ook hun leerprestaties. Tegelijk is gebrekkig onderhoud niet te rijmen met de trend tot verduurzamen. Onlangs legde het tv-programma Een Vandaag de vinger op de zere plek: meer dan de helft van de Nederlandse scholen heeft de ventilatie in hun gebouwen niet goed geregeld. Scholen wijzen de overheid aan als grootste boosdoener: de subsidie van 360 miljoen euro die klaslokalen coronaproof moet maken is in hun ogen ontoereikend. Maar de schoolbesturen zelf lijken te weinig onderhoud te laten plegen. Door corona wordt men bewust van de noodzaak van gezonde lucht in scholen. Vanuit allerlei hoeken komen nu tips om kritisch naar het ventilatiesysteem te kijken. Doe altijd een jaarlijkse controle en vervang dan altijd de filters. Onderzoek belangrijke onderdelen van de installatie en vervang of repareer deze bijtijds. Denk ook aan de luchtdruk: de lokalen op overdruk houden en de gang op onderdruk. ‘s Nachts de ventilatie niet uitzetten, maar op een laag niveau laten doordraaien enz. Naast het ventileren worden nu ook luchtreinigers getest. Een luchtreiniger is (meestal) een mobiele zuil die allerlei deeltjes uit de lucht haalt, bijvoorbeeld met een speciaal filter. Die deeltjes kunnen fijnstof zijn, maar ook aerosolen die we uitademen. En die kunnen dus virussen, zoals corona, bevatten. Maar liefst 85 scholen in Nederland en België doen mee aan het onderzoek van professor Bert Blocken, hoogleraar bouwfysica aan de TU/e (Eindhoven University of Technology). Hij hoopt met dit onderzoek opnieuw te bewijzen dat goede luchtreiniging de volgende stap is: "Het is de enige belangrijke maatregel waar we nog niet op in hebben gezet, naast het vaccineren, mondkapjes, afstand houden, lockdowns en ventileren."
Blog 8/6/22: Woningbouw gekkenhuis

In de komende jaren gaat er van alles in de woningbouw veranderen. De grootste omslag is dat er heel wat fabriekswoningen zullen worden neergezet. Het is een gekke markt. Aan de ene kant braken de vrijopnaamprijzen voor nieuwbouwwoningen in 2021 record na record en zagen bouwbedrijven hun winsten oplopen. Tegelijk is het tekort aan woningen veel te groot en het tekort aan betaalbare woningen nog groter. Verschillende onderzoeken geven aan dat nog maar 25% van de Nederlanders een huis kan kopen en dat die groep steeds kleiner wordt. Ongeveer 70 procent van die vraag naar woningen bestaat uit betaalbare woningen: sociale huur, middeldure huur en betaalbare koop, maar het aanbod blijft ver achter. Bouwbedrijven hebben de boodschap begrepen en opdrachtgevers ook steeds meer. Er worden steeds meer woningfabrieken gebouwd om betaalbare woningen te kunnen bouwen. De grootste projectontwikkelaar van Nederland bijvoorbeeld (Projectontwikkelaar BPD), wil massaal prefabwoningen kopen. De grootste woningfabrieken zijn nog in aanbouw. Van Wijnen gooide er vorig jaar al tientallen miljoenen euro’s tegenaan in Heerenveen. Plegt-Vos begon in Twente een nieuwe fabriek, maakt ook badkamermodules en is van plan verplaatsbare eengezinswoningen te bouwen. BAM kondigde een ‘revolutionaire’ fabriek voor houtskeletbouw aan en Heijmans bleef niet achter en kocht in december een huizenfabriek voor houtsketelbouwwoningen. De bouw kan niet om industrieel bouwen heen. Het personeelstekort in combinatie met de grote bouwopgave, noopt tot vernieuwing en de fabriekswoningen kunnen prima op tijdelijke locaties staan. Rabo Smartbuilds gaat de komende jaren 12.000 nieuwe modulaire woningen kopen en exploiteren. Minstens vijf woningmakers gaan de woningen leveren. Mooie initiatieven die voor een deel de woningnood oplossen.
Blog 2/6/22: Datacenter

In februari 2021 was het nog niet bekend dat Meta achter het datacenter in Zeewolde zat. Nu staan de media bol van de politieke besluitvorming en het gebruik van datacenters! Meta is de nieuwe naam van Facebook en dit social media-platform telt op dit moment wereldwijd ongeveer 1,86 miljard actieve gebruikers. Dit betekent dat dit platform per seconde heel veel gegevens (data) moet verwerken. Allemaal om onze gezellige WhatsAppjes en Facebook-berichten te kunnen delen. Daar zijn grote datacenters voor nodig, boordevol innoviteit. Onlangs gaf Mark Zuckerberg, CEO van Facebook, foto’s vrij van het datacenter in het Zweedse Luleå, een klein dorpje op 100 kilometer onder de noordpoolcirkel. De buitentemperatuur is in Luleå op de meeste dagen onder de 10 graden Celsius ligt en dit maakt de locatie zeer geschikt voor vrije koeling, waarbij de koude buitenlucht gebruikt wordt om het datacenter te koelen. Dit gebeurt met behulp van grote ventilatoren die de buitenlucht aanzuigt en het datacenter wordt ingezogen. Hierdoor wordt tot 40% minder energie verbruikt dan een traditioneel datacenter doet. Het datacenter in Zeewolde wordt 166 hectare groot, het grootste datacenter in Europa: een complex met vijf 400 meter lange hallen met elk minimaal vijfduizend dataservers per stuk. Al deze servers leggen daarbij een beslag op veel energie, vergelijkbaar met het verbruik van alle huishoudens in de stad Amsterdam. Op papier is deze energie ‘groen’, maar er is wel sprake van een grote restwarmte. Grote datacenters krijgen de aandacht, maar er zijn er heel veel, die allemaal energie verbruiken en die ook met airco’s worden gekoeld. Datacenters met een vermogen van meer dan 100 MW zijn geen uitzondering meer. Voor elke megawatt die een server gebruikt, is nog eens 0,3 tot 0,6 MW aan airco’s voor de koeling nodig. Er gaat per megawatt aan servers dus in totaal aan 1,5 MW aan warmte de lucht in. Niemand wil die warme lucht hebben. In Limburg is het bedrijf BlockHeating met een test met waterkoeling begonnen. Innovatief aan het ontwerp is dat de airco uit de processors is gehaald en vervangen door een koelblok met water. Langs de processor loopt een buizenstelsel met koud water dat als een soort warmtewisselaar de warmte van de processor opneemt en afvoert. Daardoor is er voor 1 MW aan servers slechts 0,05 MW koelvermogen nodig! Het is veelbelovend, want het water kan tot 60 graden worden verwarmd en daar willen glastuinbouwers best voor betalen. Zij moeten van het gas af en zijn voortdurend op zoek naar innovaties, in aanvulling op alternatieven als biovergisting en bodemenergie.
Blog 29/4/22: Ontwikkeling projectmanagement

Wat zijn eigenlijk de ontwikkelingen in projectmanagement? Heeft thuiswerken er invloed op, bijvoorbeeld, of dataverwerking? Een greep uit een aantal belangrijke ontwikkelingen. Thuiswerken heeft/had grote invloed op het projectmanagement. De communicatie is immers nagenoeg digitaal, waardoor projectmanagers nog meer moeten nadenken over hoe zij tot optimale samenwerking met het team moeten komen. Welke ondersteunende middelen zijn daarvoor nodig? Hoe houd je op afstand de dynamiek, energie én voortgang in het team op niveau? Er is steeds meer vraag naar een op maat gemaakte projectaanpak. Want de focus ligt steeds meer ligt op het behalen van ‘deliverables’ en op veranderbereidheid; het gaat steeds minder om het voldoen aan een vooraf vastgesteld plan.Projectmanagers hebben steeds vaker te maken met een overvloed aan data in projecten. Het wordt steeds belangrijker deze data te verzamelen, te analyseren, te bespreken en te beoordelen op relevantie en kwaliteitsnormen. Ruwe data zijn de basis voor gegevensinzichten die aan het maken van weloverwogen beslissingen bijdragen. Naast data zijn organisaties ook artificiële intelligentie (AI) in projectmanagement gaan gebruiken. Het helpt het vereenvoudigen van het succesvol uitvoeren van projecten.
Blog 12/4/22: Inzet warmtepompen

Het opwekken van duurzame elektriciteit (door wind of zon) heeft één nadeel. Wanneer deze elektriciteit niet wordt gebruikt, gaat zij verloren. De start-up Voltgoed wil daarom warmtepompen flexibel gaan inzetten. Met het idee heeft Voltgoed maar liefst 2 prijzen in de wacht gesleept. Als winnaar van de TU/e-contest ontving het bedrijf 5.000 euro en bij de Enpuls Challenge won het bedrijf negen maanden begeleiding door Enpuls-experts en toegang tot het Enpuls-netwerk. Alexander Savelkoul, jurylid namens Enpuls (dochter van netbeheerder Enexis) zegt in de media: “Er wordt steeds meer gevraagd van het elektriciteitsnet. Huishoudens kunnen met hun apparaten het net een handje helpen. Voltgoed heeft hier een mooi idee voor bedacht. We helpen ze graag verder.” Het idee is een dienst die warmtepompen inschakelt op momenten dat duurzame energie wordt opgewekt. Consumenten kunnen daarmee de buffers van hun warmtepomp slim inzetten. Want de opgeslagen energie door een warmtepomp kun je uren later nog gebruiken. De opgewekte energie van een windmolen niet. Door optimaal gebruik van duurzame energie te maken, gebruik je geen ‘grijze’ stroom en is er minder CO2-uitstoot. Voltgoed: “Het idee om warmtepompen op deze manier in te zetten is niet nieuw, maar onze timing is in ieder geval erg goed. Je ziet het in de cijfers van het CBS: de warmtepomp begint steeds meer gemeengoed te worden.” De volgende stap is het vinden van genoeg aansluitingen. Als 1.000 huishoudens zich aanmelden, kan het bedrijf zich met 1 MW elektrisch flexvermogen aanmelden bij de onbalansmarkt van hoogspanningsnetbeheerder Tennet!
Blog 7/4/22: Warmte-as-a-service

Wéér een nieuwe term: warmte-as-a-service! In de kern wordt de levering van producten omgezet naar een dienst. Klassieke installatieproducten van installateurs (de CV bijvoorbeeld) worden steeds vaker gevraagd als dienst. De installateur levert geen apparaat en de techniek, maar staat borg voor warmte. Dit betekent dat er andere verdienmodellen ontstaan. Denk aan warmte-as-a-service-onderhoudsabonnementen voor de gehele technische levensduur. Niet het eigendom van een ketel wordt belangrijk, maar het gebruik. Daarnaast zullen er prestatiecontracten worden afgesloten. Als je een dienst levert, moet je ook echt aan de eisen voldoen. Maar dat moet je dan wel meten. Technieken die hiervoor op de markt komen, zijn slimme thermostaten, monitoringstools en softwaretoepassingen die onderhoud of storingen melden en zelfs voorspellen. Via online platforms en apps krijgt de gebruiker inzicht in allerlei soorten informatie over het binnenklimaat: CO2, temperatuur, luchtvochtigheid, fijnstof, VOC’s, ozon, Nox enz. Daarnaast krijgt de gebruiker advies over de maatregelen die hij kan nemen om het binnenklimaat te verbeteren. Dit vraagt van de installatiebranche op tijd om te schakelen van productgericht werken naar dienstverlenend. En hij zal zich meer op de IT-mogelijkheden moeten gaan richten. De installatiebranche blijft zich ontwikkelen!
Blog 16/2/22 Trends voor vastgoedsector

Veel organisaties en instellingen proberen de toekomst van de vastgoedsector te voorspellen. Wat zijn de 5 trends volgens Rabobank? De waarde van vastgoed wordt door mensen bepaald. Hoe meer mensen, hoe meer vastgoed er nodig is. Veranderingen in woonbehoefte komen voort uit technologieën als data en internet: we worden steeds flexibeler en werken overal. Naast inkomen en vermogen moet de vastgoedsector breder kijken naar welvaart: gezondheid en levensgeluk zijn net zo belangrijk. De vastgoedsector moet grote stappen zetten qua milieubewustzijn. Denk hierbij aan uitstootreductie, de energietransitie en de transitie naar een circulair gebouwde omgeving. Wat deze maatschappelijke opgaven gemeen hebben, is dat niet het individuele, maar juist het collectieve belang het meeste oplevert. Bij de uitdagende vastgoedsector gaat het al langer niet meer om eenvoudige rekensommen en snel scoren, maar om een brede visie die het verschil maakt. Focus op nieuwe markten, duurzaamheid en langdurig succes boeken! Vastgoedprofessionals moeten vakinhoudelijk groeien en samenwerken aan nieuwe standaarden qua toezicht en regels, maar ook qua normen en waarden en hoe we omgaan met kennisdeling, transparantie en datagebruik.
Blog 4/2/22: Diverse materialen in de bouw

De bouw levert een betekenisvolle bijdrage aan de verduurzaming van de Nederlandse economie. Een aspect is, dat allerlei nieuwe materialen worden gebruikt. Natuurlijk speelt de installatiesector een belangrijke rol als het gaat om installatietechnische innovatie, (energie) besparing enz. Maar de energietransitie wordt ook in hoge mate ondersteund door de gebruikte materialen. Beton maakt inmiddels meer en meer plaats voor andere materialen. Grind, zand en cement worden vervangen door materialen die op basis van de innovatieve C2CA-techniek worden geproduceerd. Met deze techniek haalt men stoffen uit beton. Denk dan bijvoorbeeld aan aerogel dat superlicht is en uitzonderlijke isolerende eigenschappen heeft. Men maakt aerogel van de materialen glas en silica, wat weer uit circulair beton afkomstig is. Maar ook hout en materialen als bamboe worden meer en meer de vervangers van beton. Het zijn namelijk duurzame alternatieven met aantrekkelijke eigenschappen als het gaat om isolatie, CO2 –impact en herbruikbaarheid. Er komen slimme polymeren op de markt die door 3D-printers tot bouwmaterialen worden omgetoverd. Ook 4D-printen speelt hierbij een rol; de 3D-geprinte materialen passen zich qua vorm aan als zij aanraking met water, zonlicht of stroom komen. Er zijn dus veel ontwikkelingen op de verduurzaming gericht. Maar nieuwe technieken en materiaalontwikkelingen zijn ook duur.
Blog 9/12/21: BIM en twin

In de bouw en installatiebranche heeft het ontwerpen in 3D in de jaren 90 plaats gemaakt voor BIM: Bouwwerk Informatie Modellering. Nu zet men met ‘digital twins’ een nieuwe grote stap. BIM wordt gebruikt bij het ontwerpen en engineeren van bouwprojecten, maar ook ná oplevering, tijdens de exploitatie, beheer en onderhoud. Het bouwwerkmodel heeft koppelingen met handleidingen voor technische installaties, garantiebepalingen, ontwerpspecificaties en foto's. Omdat alle informatie volledig is geïntegreerd, ziet een gebouweigenaar werkelijk alles wat hij nodig heeft. De vraag is nu hoever je gaat in het in het optuigen van dat digitale bouwwerk, ook wel digital twin, genoemd?
Hoe leg je data vast, hoe vaak ververs je die en wat heb je aan data nodig om ook voorspellingen te kunnen doen? Het is zinvol als je weet in wat voor staat een brug, kantoorgebouw of installatie zich bevindt en wanneer er onderhoud nodig is. Niet wanneer het in storing gaat, maar ruim daarvoor, zodat er iemand alvast kan gaan kijken. Daarom spreken partijen als TNO liever over ‘voorspellende tweelingen’ oftewel predictive twins. Zij zijn ook het instrument bij uitstek om de energieprestatie van gebouwen te monitoren, omdat zij de invloed van bewonersgedrag op het daadwerkelijke energiegebruik blootleggen. En van station Utrecht Centraal wordt een digital twin gemaakt, zodat alle storingen en hun locaties op tijd worden gesignaleerd. Data wordt steeds belangrijker! Wordt data geen doel op zich?
Blog 3/12/21: Ziekenhuizen

Blog 4/11/21: Elektriciteit heeft de toekomst

Blog 19/7/21: Regels zorgen voor kwaliteit?

Blog 1/7/21: Wijkaanpak ivm gasloos

Uit TNO-onderzoek blijkt nu al dat het betrekken van de bewoners (eigenaren en huurders) voor een groot deel het succes bepaalt. Te vaak worden beslissingen over hun hoofden genomen. Het gaat niet alleen om technologische oplossingen, maar om de combinatie van technologie en menselijk gedrag. De vraag is of en hoe bewoners zijn te beïnvloeden om de overstap naar andere energie te maken. Uit TNO-interviews blijkt er grote behoefte aan objectieve cijfers. Bewoners voelen zich vaak overrompeld door het besluit van hun gemeente of energiebedrijf de wijk op termijn gasvrij te gaan maken. TNO wil alle partijen met feiten ondersteunen voor het maken van de juiste keuzes. In diverse projecten voor gemeenten en de Rijksoverheid wordt duidelijk welke mogelijkheden er zijn voor aardgasloze verwarming en welke gevolgen dit heeft. Via wetenschappelijke methoden kunnen partijen gefundeerde beslissingen nemen en gebruik maken van energiemodellen om bepaalde situaties door te rekenen. Is jouw huis al aardgasvrij?
Blog 8/6/21: Contracten

Blog 18/5/21: Gamechangers

Het betekent in ieder geval dat er in de installatiebranche nog grote uitdagingen te vinden zijn. En heel veel werkplezier!
Blog 15/4/21: Groene gevel

Blog 1/4/21: Van het gas af

“We gaan van het gas af.” Dat lijkt geen discussiepunt meer. Maar is elektriciteit wel het enige alternatief voor aardgas? Een andere oplossing is… waterstof! Aardgas door waterstof vervangen. Waarom zou je dat doen? Dat antwoord is gemakkelijk. Als je aardgas verbrandt, komen er warmte, water en koolstofdioxide (CO2) vrij. En die CO2 willen we niet meer. Als je waterstof verbrandt, ontstaan er warmte en (alleen!) water (H2O). Waterstof verbranden is dus erg klimaatvriendelijk. Maar kan dit zomaar? Inmiddels staat vast dat het bestaande aardgasleidingnet voor het transport van waterstof kan worden gebruikt. Maar er dient er aan de installaties nog wel wat te gebeuren, omdat waterstof andere verbrandingseigenschappen heeft. Op basis van die eigenschappen zijn er nu ook al aangepaste cv-ketels en waterstofmeters ontwikkeld, gecertificeerd en op de markt gebracht. En eind 2020 is netbeheerder Stedin met een project gestart, waarbij het aardgasverwarmingssysteem van 14 woningen geschikt wordt gemaakt voor waterstof. Hiermee wordt onderzocht wat een dergelijke ombouw eigenlijk inhoudt, qua kosten, complexiteit, wet- en regelgeving enz. Mooie ontwikkelingen, in de installatiebranche!
Gun jezelf het werk dat je echt wilt! Bureau OpAan helpt je met persoonlijke en oprechte aandacht aan een nieuwe functie.
Schrijf je in!
Blog 29/3/21: energielabel kantoorpanden

Dit onderwerp was recent volop in het nieuws: slechts 34% van de kantoorpanden voldoet aan het juiste energielabel. Sluiting voor die andere 66% dreigt! Met ingang van 1 januari 2023, wordt het aangescherpte bouwbesluit voor kantoorgebouwen van kracht. De wet is onverbiddelijk: “Vanaf 1 januari 2023 is het verboden een kantoorgebouw in gebruik te nemen of te gebruiken zonder een geldig energielabel met een energie-index van 1,3 of beter” (Label C.) In kantorenland wordt nu goed gekeken naar wie er verantwoordelijk is voor Label C, de eigenaren en/of de gebruikers? In de kern moeten huurders en verhuurders de contracten weer op tafel leggen. Daarin staat immers wie waarvoor verantwoordelijk is. Men moet wel, “want het bevoegd gezag kan ervoor kiezen het pand te sluiten wanneer er niet aan de plicht wordt voldaan”. Hoewel duurzaamheid al geruime tijd aan aandacht wint, zien we dat een deel van de gebruikers zich nog onvoldoende bewus is van de energieprestatieplicht per 2023 en de mogelijke risico’s. De verwachting is dat op 1 januari 2023 veel panden niet voldoen aan de nieuwe verplichting. Het is echter onduidelijk wat de handhaving in de praktijk zal betekenen.
Gemeenten hebben de vrijheid of en hoe ze willen handhaven en zullen naar verwachting deze taak bij de Omgevingsdiensten neerleggen. Zij moeten daarbij rekening houden met de uitzonderingen op de wet. Bijvoorbeeld als de gebruiksoppervlakte van de kantoorfunctie minder is dan 50% van de totale oppervlakte, als het om een rijks-, provinciaal- of gemeentelijk monument gaat, als het kantoorgebouw maximaal 2 jaar wordt gebruikt e.d. Een race tegen de tijd. En een extra uitdaging voor de installatiebranche om zijn bijdrage aan projecten te leveren om voor januari het juiste energielabel voor kantoren te realiseren.
Blog 22/3/21: Circulair bouwen

Blog 11/3/21: Techniekbranche

Wat brengt de toekomst de techniek en de installatiebranche? Best veel, vind ik zelf. Vergeet niet, veel van onze economische ontwikkeling is en blijft afhankelijk van deze sectoren. Meer dan ooit staan energie, duurzaamheid en werk op de agenda van de overheid.
-We gaan toe naar een wereld met herbruikbare grondstoffen en materialen, stelt Techniek Nederland. Het kabinet investeert daarom 40 miljoen euro in de circulaire economie, tussen 2021 en 2024.
-We gaan versneld werk naar voren halen en dat is kans om de economie aan te jagen en de werkzaamheden in de infrasector op peil te houden.
-De lokale infrastructuur wordt aangepakt met 777 miljoen aan extra geld voor gemeenten.
-Het elektriciteitsnetwerk moet worden aangepakt. Het groeiende gebrek aan capaciteit kan de energietransitie afremmen.
-De hoeveelheid duurzaam opgewekte elektriciteit door bedrijven en consumenten neemt snel toe. Die groei willen we vasthouden en verder aanjagen.
Techniek Nederland constateert ook dat het verduurzamen van eigen woningen en corporatiewoningen aantrekkelijker moet worden. Daarvoor zijn aanvullende maatregelen nodig.
Kortom, heel veel kansen op alle niveaus in de installatiebranche. Kansen voor jou?
Blog 2/3/21: Ventilatie is een must

Blog 8/3/22: Tekort aan personeel installatiebranche

De komende jaren is er een groot tekort aan mensen in de installatiebranche. Allerlei initiatieven willen jongeren enthousiasmeren voor techniek. Zo bouwt De Meerwaarde een nieuwe ‘techniekhal’ in Barneveld. Deze school voor PrO- en wmbo-onderwijs wil daarmee een broedplaats voor jonge technische mensen creëren. Er komt ook een nieuwe ‘huiskamer’ voor de school. Dit is een multifunctionele ontmoetingsruimte met allerlei zithoeken, een leesplein, gespreksruimten en extra leslokalen. Zo wordt de school aantrekkelijker. Een partij als Wij Techniek is ook actief in het werven van praktisch ingestelde beroepskrachten met gevoel voor techniek, want “ontwikkelingen als de energietransitie, het verduurzamen van woningen en de opmars van online connectiviteit, ‘the internet of things’ (IoT) maken dat er de komende decennia meer werk is dan we met de huidige hoeveelheid installatieprofessionals aankunnen,” vindt deze organisatie. Wij Techniek organiseert open dagen en landelijke wervingscampagnes met als boodschap: “Installatiewerk is een veelzijdig vak waarin veel ruimte is voor zelfontplooiing, maar gevoel voor techniek is wel een randvoorwaarde.” De Techniekvrouwen (techniekvrouwen.nl) richten zich op vrouwen in de techniek, werken samen met bedrijven en onderwijs en willen deze ondersteunen om méér vrouwen aan te trekken én te behouden. Doel: van 13% naar 20% werkende vrouwen in de techniek. Dat zijn mooie ontwikkelingen en doelen!
Blog 18/2/21: Ziekenhuis de hoogte in

Blog 26/1/21: Slimme kantoren

Blog 14/1/21: Kantoor aan huis

Dat thuiswerken bevalt zo goed, dat velen besluiten daar een structurele oplossing voor te vinden. En dus wordt er geklust. De zolderkamer wordt aangepast of de garage wordt verbouwd. Tuinhuisjes geïsoleerd. Je kunt het zo gek niet bedenken. Architecten hebben meer werk. De bouwmarkten hadden al niet te klagen. Interieurontwerpers staan te springen om iedereen te helpen. Net als belastingadviseurs, want dat kantoor aan huis heeft misschien wel fiscale voordelen! En de installatiebranche heeft er natuurlijk veel baat bij, want alle ruimtes moeten licht, warmte en gas hebben.
Blog 24/12/20: Terugblik

Heb jij de kerstlichtjes aan? Dan is het tijd om terug te kijken op het bizarre jaar 2020. Ook de bouw- en installatiebranche doet dat, bijvoorbeeld met de Top 50 van Cobouw. Op 1 staat Koninklijke BAM Groep. Wist je dat deze onderneming een omzet heeft van 7.209 miljoen euro? Het aantal medewerkers bedraagt 19.517! Het bedrijf kijkt liever niet terug op 2020, want het verkeert in zwaar weer door o.a. de stikstofproblematiek en PFAS. En natuurlijk door de coronapandemie. Heb je wel eens gehoord van Aan de Stegge Verenigde Bedrijven? Het is gehuisvest in Deventer, met een omzet van 742 miljoen en 1.023 medewerkers. Hun doel is een nettowinstmarge van 5 procent en dat komt elk jaar een stapje dichterbij. ASVB boekt al zeven opeenvolgende jaren winstgroei. Op plaats 50 staat KBK, goed voor 104 miljoen euro omzet en 240 medewerkers. Het is een Volendams familiebedrijf en het heeft allerlei specialismes in huis: medizorg, brandveiligheid, bouwkundig advies enz. Kijkt terug op een goed 2020. In de talloze bouw- en installatiebedrijven werken veel mensen met heel veel plezier. Als jij terugkijkt en dat niet herkent, kan ik je helpen. Dan wordt 2021 wel een plezierig jaar!
Blog 4/12/20: Kernenergie

Blog 11/11/20: Warmtepompen

Steeds vaker worden warmtepompen gebruikt. Aanvankelijk vooral in grote gebouwen, maar nu ook in woningen en kantoren. Uiteraard speelt hierin de installatiebranche weer een belangrijke rol. Immers, al die pompen moeten volgens strenge regels worden aangelegd en altijd goed werken, 24/7. Geen probleem voor de installatiebranche! Wat doet een warmtepomp? Een warmtepomp werkt hetzelfde als een koelkast: de aanwezige warmte wordt aan de producten onttrokken en aan de achterkant aan de omgeving afgegeven. In grotere gebouwen past men dit principe toe. De warmte wordt in de zomer aan het gebouw onttrokken en in de bodem opgeslagen, waardoor het gebouw afkoelt.
In de winter wordt de warmte uit de bodem onttrokken en aan het gebouw afgegeven: het gebouw warmt op. Dit soort pompen wordt ook wel geothermische warmtepompen genoemd.
Inmiddels zijn er ook oplossingen, waarbij men een warmtepomp met een thermisch zonnepaneel combineert. Deze installaties slaan in de zomer zonnewarmte op in de bodem en halen in de winter de warmte weer op, om voor verwarmingsdoeleinden te gebruiken. Dankzij de installatiebranche zitten we er warmpjes bij.
Blog 6/11/20: Slim licht maakt productiever

Vorige week gingen we naar de ‘wintertijd’. Een moment waaraan altijd een discussie vooraf gaat. Terecht, want die biologische klok van ons heeft wel degelijk behoefte aan (zon) licht!
Onlangs las ik een interessant artikel dat een directe link heeft met mijn vakgebied, de installatiebranche. Een bedrijf in de led-industrie heeft een zonlichtsysteem ontwikkeld. Ze noemen het een ‘biodynamisch zonlichtsysteem’ en het gedraagt zich als de zon. Het systeem past zijn kleur aan naarmate de dag vordert. Meer gelig in de ochtend, witter in de middag, en weer geler aan het eind van de dag. Dit leidt tot een positieve stimulering van de biologische klok. Wat heb je daaraan? Het zorgt in kantoren voor een hogere productiviteit en een lager ziekteverzuim. Mensen hebben een betere nachtrust en daardoor een hoger gevoel van welbehagen. En de praktijk? Mensen vinden het opstarten van de dag fijner, omdat het licht eerst wat geler is. Mensen kunnen zich beter concentreren. Deels stelt het licht zich automatisch in, maar je kunt het licht ook naar eigen behoefte instellen.
Blog 30/10/20: Houten windmolens, de toekomst?

Blog 23/10/20: Uitvinder Warmtepomp

Wat weet jij van de Installatiebranche? Gebouwen zitten vol slimme installaties. Hier weer een bijzondere toepassing. Het principe van de moderne warmtepomp werd in 1856 door Peter von Rittinger (1811-1872) uitgevonden. Hij was bezig met experimenten bij het gebruik van latente warmte van waterdamp voor de verdamping van zoutpekel. Hij zag dat hij warmte aan waterdamp kon onttrekken. Een warmtepomp onttrekt warmte uit de omgeving (bodem, lucht, water) en vervoert deze naar het verwarmingssysteem van een gebouw. Maar ook de koelkast en de airconditioning werken met hetzelfde simpele natuurkundige principe. Er is ook een ‘Peter Ritter von Rittinger International Heat Pump Award’, de hoogste internationale driejaarlijkse onderscheiding op het gebied van airconditioning, warmtepompen en koeling. Voor uitstekende bijdragen aan de samenwerking op het gebied van onderzoek, beleidsontwikkeling en toepassingen voor energie-efficiënte warmtepomptechnologieën. Door dit soort mooie en uitdagende uitvindingen werk je met veel plezier in de installatiebranche!
Blog 16/10/20: Depot Boijmans Van Beuningen

Blog 9/10/20: Kolen en aardgas

Opvallend is de overeenkomst met onze tijd. Hoewel de huidige energietransitie over vele tientallen jaren wordt uitgesmeerd, staat ook opnieuw kernenergie op de stoep. Zonder de discussie over het kernafvalprobleem.
Welke gasinstallatie heb jij in huis of warm jij jezelf al op via een elektrische bron? STER-spotje: “Het is maar goed dat de ene helft van Nederland nog op kolen stookt. Dan kan de andere helft zich tenminste komen warmen.” https://lnkd.in/d82b_VU
Blog 2/10/20: Klimaatakkoord

Blog 16/3/22: Tijdelijke woningen

“Nederland van het gas af.” Dat geldt voor woningen én voor utiliteitsgebouwen. Wist je dat er interessante verschillen zijn? Ze staan in een rapport van Topsector Energie. Grof gezegd zijn utiliteitsgebouwen alle gebouwen waarin niet wordt gewoond. Denk aan kantoren, ziekenhuizen, scholen enz. Deze gebouwen gebruiken ongeveer 20% van het aardgas en 60% van de elektriciteit. De rest van het verbruik wordt toegeschreven aan woningen. Het grote verschil met woningen is dat er voor utiliteitsbouwen relatief veel elektriciteit nodig is en vaak minder gas/warmte. Utiliteitsgebouwen hebben niet altijd vraag naar (warm)tapwater en er is door de hogere interne warmteproductie (meer apparaten en mensen per m2) minder energievraag naar ruimteverwarming. Een ander verschil tussen woningen en utiliteitsgebouwen is dat er in de utiliteit veel meer wordt gebouwd voor tijdelijkheid (een overzienbare gebruiksperiode). Daarom is de verwachting dat een significant deel van de utiliteitsgebouwen al vóór 2050 wordt aangepakt. Bij utiliteit gaat het namelijk om intensieve renovaties of vervanging, anders dan bij woningen, waar bestaande panden vaak stapsgewijs worden aangepakt. Waar zou de nadruk moeten liggen? Bestaande woningen energieneutraal maken, nieuwbouw of de utiliteitsbouw?